Op 20 mei 2010 werden in de Ossenwaard bij Deventer Bruine Blauwtjes aangetroffen. Het Bruin Blauwtje is één van de weinige echte rivierdalvlinders in Nederland. Vroeger kwam hij op dijken en droge graslandjes langs de IJssel voor, maar sinds de jaren 80 was de soort vrijwel verdwenen.
De terugkeer van Bruin blauwtje is geen toeval en valt samen met de terugkeer van meerdere bijzondere planten en dieren in het rivierengebied. Dit heeft vooral te maken met het feit dat steeds meer landbouwgronden worden omgezet in natuurgebieden, al dan niet voor hoogwaterveiligheidsprojecten. Ook het verwijderen van stenen oeverbestortingen langs de IJssel is erg belangrijk, omdat hierdoor weer zandige strandjes en zandige oeverwallen kunnen ontstaan. De komende jaren zullen door Rijkswaterstaat meerdere oevers uit hun ‘corset’ worden gehaald, door aanwezige oeverbestorting te verlagen.
Bruin blauwtje komt vooral voor op de droge en zandige oeverwallen dicht aan de rivier. Dit zijn ook de meest bloemrijke plekken met bijzondere stroomdalplanten die typisch zijn voor onze grote rivieren. In de Ossenwaard – in beheer bij de Stichting IJssellandschap – bevond zich een druk rondfladderende populatie op een oude zandbult die hier na de aanleg van een aantal geulen was neergelegd. Een dergelijke zandhoop lijkt sprekend op zijn natuurlijke standplaatsen op de oeverwallen. Op de betreffende plek groeide erg veel Zachte ooievaarsbek, uitgerekend de belangrijkste ‘waardplant’ waar het Bruin blauwtje zijn eieren op afzet.
Het herstel van het Bruin Blauwtje begon in de Gelderse Poort en langs de Waal, waar sinds begin jaren ’90 grote nieuwe natuurgebieden tot stand kwamen. Langzaam maar zeker lijkt het Bruin Blauwtje nu ook langs de IJssel op te rukken naar het noorden.
Nog recenter werden ook Bruin Blauwtjes ontdekt in het gebied Cortenoever bij Brummen.
Zie ook artikel in de Stentor